Eentonige lange uren dwalen
mijn grillige gedachten door zand geschuurd
slechts een stugge begroeting zo
dorre droogte in de woestijn duurt.
Meisje, wat doe je hier
je leunt tegen de sterrenhemel aan
de Melkweg lacht goedenacht
kiest voor zichzelf ruim baan.
IJlings zoekt hitte zich een weg
stille eenzaamheid bevrucht
mijn honger naar jou
als ‘k ontwaak zie ik de blauwe lucht.